Skip to content

Van chrysant tot Alstroemeria: Siem Knol over zijn weg in de bloemensector

Na een korte periode in het tuincentrum koos Siem Knol voor het zelfstandig ondernemerschap. Met zijn twee hectare grote, kleinschalige kwekerij in de Zuidoostbeemster werkt hij sinds 1990 met veel aandacht aan een zorgvuldig samengesteld assortiment Alstroemeria’s. In dit interview vertelt hij over zijn start in de sector, zijn kijk op marktontwikkelingen en waarom rendement voor hem belangrijker is dan kleur.

Hoe ben je in de bloemenindustrie terechtgekomen?

“Ik werkte eerder op een tuincentrum, maar dat was ik op een gegeven moment wel zat. Ik wilde voor mezelf beginnen. Toen hebben we een bedrijf gekocht en gestart met anjers, chrysanten en tulpen. In 1990 zijn we overgestapt op Alstroemeria’s, en daar zijn we tot op de dag van vandaag mee bezig.”

Wat maakt jullie kwekerij uniek in de sector?

“Wij zijn kleinschalig. We hebben een kwekerij van twee hectare en proberen ieder jaar opnieuw bewust te kiezen voor een goed assortiment. Zo blijven we bij. Dat lukt ons de laatste jaren gelukkig behoorlijk goed met de nieuwste soorten.”

Hoe selecteer je de juiste Alstroemeria soorten?

“We letten vooral op de uitbloei, hoe lang het blad mooi blijft en op de zwaarte van de steel — dat is tegenwoordig echt belangrijk. Daarnaast proberen we zoveel mogelijk verschillende kleuren aan te bieden, om in te spelen op de koopkracht en voorkeuren van klanten.”

Wat maakt de Alstroemeria bijzonder ten opzichte van andere bloemen?

“Ten eerste: hij komt dicht in de knop in de vaas en springt daarna mooi open. Het is een hele sterke bloem. De meeste mensen zeggen: die staat bij mij wel twee weken, terwijl andere bloemen vaak na een week al weg kunnen.”

Wat is je favoriete Alstroemeria en waarom?

“Mijn favoriete soort? De soort die het meest oplevert, daar ben ik heel eerlijk in. Of dat nou een witte, oranje of gele is, maakt mij niet uit. Aan het eind van het jaar moet het wel kloppen.
Natuurlijk heb je ook soorten die gewoon prettig werken — dat speelt ook mee in je voorkeur.”

Heb je ze dan ook zelf op tafel staan?

“Jazeker! Ik neem regelmatig bloemen mee voor mijn vrouw.
Maar we gebruiken ze ook om nieuwe soorten uit te testen. Dan ga ik bijvoorbeeld langs bij Tesselaar in Heerhugowaard, neem wat bossen mee en zet ze thuis in de vaas. Zo zie je zelf hoe ze houden — en dat is ook bepalend bij het kiezen van een nieuw ras.”

Wat zijn de nieuwste ontwikkelingen in de bloemenindustrie?

“Wat ik zie, is dat kleinere bedrijven stoppen en de grotere bedrijven steeds groter worden. Ik ben bang dat het assortiment daardoor wat zal verschralen. En ik maak me zorgen over de toekomst met de stijgende energiebelasting. Voor belichtende bloemenkwekers in Nederland wordt het dan lastig ten opzichte van het buitenland. Toch blijf ik positief. Door vernieuwing, zoals de enkelbloemige Alstroemeria, kunnen we voorop blijven lopen — en dan denk ik dat het goedkomt.”

Wat mogen we de komende tijd van jullie verwachten?

“We hebben het afgelopen jaar uitgebreid met de White Swan. En we houden de ontwikkelingen rond enkelbloemige soorten goed in de gaten. Het is nog lastig om eraan te komen, want er is nog weinig plantmateriaal van beschikbaar. Maar als het lukt, gaan we er misschien komend jaar wel eentje planten.”

Contactgegevens Siem Knol