Skip to content

Veredeling verrast

Bloemen_artikel

Alstroemeria staat bekend als een sterke bloem met stevige stelen, een lang vaasleven en een wijd bereik van kleuren. Deze eigenschappen zijn van nature niet allemaal aanwezig in de plant. In de afgelopen decennia is de Alstroemeria door de inspanning van een handvol veredelaars tot een hoogwaardig product gemaakt.

Oorsprong

Oorspronkelijk komt de Alstroemeria uit de Andes gebergtes in Zuid-Amerika. Hier groeien verschillende soorten Alstroemeria in gebieden van hoog in de bergen tot in de tropische jungles. Deze planten worden niet veel hoger dan 20 centimeter, bloeien enkel in het voor- en najaar en hebben een beperkt aantal kleuren. Dat zijn niet meteen de eigenschappen waar je aan denkt voor een succesvolle snijbloem.

Rond de jaren zestig zijn er aantal verschillende soorten naar Nederland gehaald om mee te gaan kruizen. Bij elke generatie zijn de planten iets langer geworden, de stelen van betere kwaliteit en de kleuren wat feller. Huidige Alstroemeria soorten maken inmiddels met gemak stelen van meer dan 80cm. Ook zijn zo goed als alle kleuren beschikbaar, het is helaas nog niet gelukt om een blauwe Alstroemeria te maken.

De laatste jaren is er ook steeds meer aandacht gekomen op het ziekteresistent maken van de planten, om het gebruik van bestrijdingsmiddelen te verminderen.

Kruizen

De voornaamste manier om nieuwe soorten te maken is door te kruizen. De veredelaar maakt jaarlijks een hele lijst met ouders met bepaalde eigenschappen. Hoewel het uiteindelijke resultaat voor een groot deel toeval is kan je met genoeg kruisingen de gewenste eigenschappen terug laten komen.

Het kruisen gebeurt wordt met de hand gedaan. Het stuifmeel van de vader wordt op de stamper van de moeder “geverfd”. Hierna wordt de bestoven bloem met een zakje bedekt om verdere bestuiving van andere bloemen te voorkomen. Een kruising produceert tot tientallen zaadjes, allemaal broers en zussen van elkaar. Deze kunnen qua uiterlijke kenmerken nog verassend ver van elkaar vandaan liggen.

Van bepaalde kruisingen is bekend dat deze geen zaad maken. Toch kan het eindresultaat van deze kruisingen zeer goed bevallen. Om van deze kruisingen plantmateriaal te maken wordt er gebruik gemaakt van Embryo Rescue. Het klompje cellen wat zou moeten uitgroeien tot zaad wordt voorzichtig uit de zaadlijster gesneden en in het laboratorium op een voedingsbodem tot volwaardig plantje gemaakt.

Selecties

Het zaad wordt voorzichtig uit de lijsters gepeld, daarna geteld, en in trays met grond gestopt om vervolgens te laten kiemen in een koelcel. Meteen na de kieming kan de eerste selectie worden gemaakt. Niet goed ontkiemende zaadjes worden weggegooid, de rest wordt in een grotere pot gestopt om verder te groeien.

Gedurende een jaar worden de plantjes in de gaten gehouden terwijl ze uitgroeien tot een volwaardige plant. Bij de volgende selectie worden van de veelbelovende plantjes ook meteen een groeipunt van de plant afgesneden om in het lab te beginnen met de vermeerdering van dit soort. In het lab wordt het groeipunt schoongemaakt zodat we altijd ziekte- en virusvrij materiaal beschikbaar hebben.

De goed bevonden soorten worden nu in een productie kas neergezet om te kijken hoe ze het doen onder teeltomstandigheden. Hier kijken we naar de reactie van de plant verschillende

Vond je dit een goed artikel? Deel het!

Gerelateerde artikelen

Gerelateerde artikelen